De crisis in Mali duurt inmiddels al vijf jaar en de situatie is in 2017 alleen maar slechter geworden. In de noordelijke regio’s Gao, Timboektoe, Kidal en Mopti gaan de aanvallen van jihadisten op het Malinese leger en de VN-missie door. Ook slaan gewapende groepen er onder het mom van het jihadisme hun slag. Vooral in de grensgebieden met Mauritanië en Algerije handelen criminele netwerken in drugs, wapens én migranten.
Freelance journalist Gerbert van der Aa schreef in Elsevier in een reportage over de toegenomen mensensmokkel in Mali oa:
Islamitische extremisten en Toeareg-rebellen zijn niet de enigen die profiteren van de zwakke overheid in het noorden van Mali. Ook allerlei andere criminele organisaties kunnen er praktisch ongestoord hun gang gaan. Recent neemt vooral de mensensmokkel toe. Afrikanen op weg naar Europa reizen steeds vaker via de Malinese stad Gao naar Algerije en Libië. Het is de enig overgebleven trans-Sahara-route waar smokkelaars vrij spel hebben.
…
De Malinese overheid functioneert slecht. Grenscontroles stellen weinig voor. Corrupte regeringsfunctionarissen spekken van oudsher hun kas door in het geheim samen te werken met criminele groepen. Onder anderen de oud-burgemeester van Gao zou banden hebben met deze netwerken, al is hard bewijs voor deze aantijgingen nooit boven tafel gekomen.
…
Sinds de VN-vredesmissie in 2013 van start ging, is de veiligheid in Mali eerder verslechterd dan verbeterd. Bijna dagelijks zijn er aanslagen. Met meer dan 130 dode blauwhelmen is MINUSMA de dodelijkste VN-missie ter wereld. In grote delen van Noord-Mali durven de nationale strijdkrachten zich niet eens te vertonen. Zolang jihadisten aan invloed winnen, zal de bestrijding van mensensmokkel bijzaak blijven.
Op radio 1 vertelde Gerbert van der Aa over zijn recente reis door het noorden van Mali, waar het sinds het begin van de VN-missie, vier jaar geleden, alleen maar onveiliger is geworden.
In het zuiden van Mali en in Bamako is de situatie redelijk stabiel. Maar op het Centre dringen de gevolgen van de crisis inmiddels wel steeds meer door. De werkloosheid onder familieleden en voogden van kinderen op het Centre neemt toe. Hun financiële situatie is daardoor slecht. Veel jongeren zoeken werk in het buitenland want in Mali valt niets te verdienen. De kosten voor levensonderhoud stijgen en specifieke zorg en beleid voor verweesde kinderen ontbreekt op alle niveau’s.
Het Centre d’Écoute heeft op dit moment veel moeite om de weeskinderen te bereiken. Het aantal weeskinderen in de buurt van het Centre was 20 jaar geleden dubbel zo groot als nu. Als voorbeeld: in 1996 namen er meer dan 50 kinderen deel aan de voorbereidende lessen, terwijl het Centre op dit moment minder dan 30 kinderen kan bereiken.
Ondanks de moeilijke omstandigheden blijft de belangrijkste doelstelling ook in 2018 het verstrekken van onderwijs, melk en medicijnen aan weeskinderen. Door teruglopende inkomsten moet het Centre daarbij harde keuzes maken. Om de weeskinderen te blijven bereiken en de levensomstandigheden van de families te verbeteren is de komende tijd extra aandacht voor het verstrekken van microkredieten aan voogden of moeders van weeskinderen.